Spelletjes voor 2 personen voor de feestdagen

In 7 Wonders Duel bouw je binnen verschillende ’tijdperken’ een beschaving en ‘wonders’. Willem en ik zijn helemaal gek op 7 Wonders Duel. Als je het na een keer spelen door hebt, is het heel overzichtelijk. Wat er nou precies zo leuk aan is, is dat het spel een aantal lagen heeft. Je kan je focussen op je Wonders, op het bouwen (zodat je zoveel mogelijk winstpunten verzamelt), op het halen van een militaire overheersing of juist op de wetenschappelijke overheersing. Je kan een aantal strategieën toepassen en je kan elkaar tijdens het spel flink dwars zitten. Je moet soms echt goed nadenken over je stappen, want als je in Tijdperk 1 en 2 niet genoeg aan je stad bouwt, kan je in Tijdperk 3 heel weinig nieuwe dingen bouwen omdat je niet genoeg grondstoffen produceert. Er zijn veel dingen om rekening mee te houden, en elk potje is weer totaal anders, omdat je niet altijd met dezelfde kaarten, Wonders en wetenschapsfiches speelt.

Een spel duurt ongeveer een halfuur, wat ik persoonlijk een prettige tijd vind: het is zeker niet te lang, maar je bent er toch wel even zoet mee. En als ik er nog niet klaar mee ben, spelen we gewoon nog een potje.

Lees hier mijn uitgebreide blogpost over 7 Wonders Duel.

Keer op Keer ontdekten we tijdens de eerste lockdown omdat onze buren er zo enthousiast over waren. Keer op Keer is een vrij eenvoudig dobbelspelletje waarbij je focust op het ‘veroveren’ van kleuren. Je snapt het binnen 5 minuten, maar het blijft elke keer een uitdaging. Superleuk om te doen en het kan ook met meer dan 2 spelers. Je kan dit zelfs alleen spelen, wat ook echt wel geinig is. Bij het basisspel zit een basisniveau speelblok, er zijn ook hogere niveaus die je apart kan kopen (wat wij inmiddels hebben gedaan, haha).

O Mijn Goederen is een kaartspelletje dat helemaal focust op het verkrijgen van goederen op de markt en het bouwen van een stad. Ik weet nog wel dat wij er de eerste keer geen drol van begrepen, maar dat we na een goede uitlegvideo online de kneepjes van het spel wel goed doorkregen. Dit blijft een leuk en spannend spelletje omdat je erg afhankelijk bent van de markt, het gelukselement is vrij aanwezig, al moet je ook zéker tactisch en slim spelen.

Ook Machi Koro gaat helemaal om het bouwen van een stad. Da’s toch wel een terugkerend thema. Machi Koro is in de basis heel simpel – je snapt het in een paar minuten – en het is belangrijk goed op je strategie te letten. Maar door het dobbelen én specifieke steden waarmee je je tegenspeler een hak kan zetten blijft het spannend tot het einde. Het doel is het bouwen van vier specifieke gebouwen. Ben jij de eerste die dit heeft gedaan, dan heb je gewonnen. Erg snel spelletje waar ook toffe uitbreidingen voor te koop zijn.

Jaipur ontdekten we pas een tijdje geleden. In Jaipur ga je handelen op de Arabische markt. Dit doe je met waardevolle stoffen zoals zilver, goud of leer en… met kamelen. Het doel is om zoveel mogelijk munten te verzamelen. Bij dit spel duurde het bij mij wat potjes voordat ik echt doorkreeg hoe ik dit nou tactisch kon spelen (vooral hoe je de kamelen goed kan inzetten), maar toen ik het eenmaal doorhad, werd het steeds leuker. Tof: er is ook een iPad variant van dit spel.

Bij Machiavelli geldt, zoals bij veel andere kaart- en bordspellen, dat je zoveel mogelijk gebouwen moet bouwen die een bepaald aantal punten waard zijn. In elke ronde kruip je in de huid van andere karakters, die bepaalde ‘talenten’ en eigenschappen heeft die je mag gebruiken in die ronde. De hele kunst is dat je niet weet welke karakters je tegenspeler(s) hebben en dat je moet proberen in te schatten welke dat zijn, zodat je daar met jouw karakter op in kan spelen. Als je bijvoorbeeld denkt dat je tegenstander de Condottiere speelt (die een gebouw van jou kapot kan maken), kan jij de Prediker kiezen, die je steden beschermt tegen de Condottiere.

In elke beurt bouw je – als je genoeg munten hebt – gebouwen, waar je punten voor krijgt. Uiteindelijk wint de speler met (vanzelfsprekend) de meeste punten.

Machiavelli spelen wij vaak en graag, omdat het zo’n afwisselend spel is waar je nog best wat tactiek bij moet gebruiken. Het is erg leuk om elke beurt een ander karakter te spelen. Je hebt een beetje geluk nodig, maar je behaalt de overwinning vooral door slim te spelen, goed op te letten wat je tegenspeler(s) doen/doet en te zorgen dat je zoveel mogelijk punten scoort. Ook vind ik het prettig dat de potjes niet té lang duren: met zijn tweeën of drieën ben je 25 tot 45 minuten bezig. Met hoe meer mensen je Machiavelli speelt, hoe langer het duurt. Duurt het je te lang, dan kan je ook altijd nog beslissen dat het spel afgelopen is wanneer iemand zijn zevende (of zesde) gebouw heeft neergelegd.

Klik hier voor mijn uitgebreide blogpost over Machiavelli.